Iedereen weet dat Rome fantastisch is: het is er altijd zonnig, de simpelste pizza is er overheerlijk en de mensen zijn er mooi en goed gekleed. Je ervaart er de grootsheid van het Romeinse Rijk, ziet er de mooiste kunstwerken en bezoekt er de belangrijkste katholieke kerken. Het leven gaat er langzamer want de inwoners weten nog wat echt belangrijk is. La dolce vita: in Rome staat levensgenot voorop en is het leven zoet.

 

Natuurlijk, elke lezer begrijpt dat dit beeld van Rome niet volledig is. Ook een droomstad heeft mindere kanten, net als elke andere plek op aarde. Toch reizen jaarlijks miljoenen toeristen met deze verwachting naar de Eeuwige Stad. De recentste Lonely Planet maakt gretig gebruik van de bestaande verwachtingen en opent met:

‘A trip to Rome is as much about lapping up the dolce vita (sweet life) as gorging on art and culture. It’s about relaxing into the city’s rhythms and idling around the picturesque streets. Whiling away hours at streetside cafes and people-watching on pretty piazzas are an integral part of the experience.’

 

Daarna volgen korte sfeertekeningen van romantische diners en wordt de uitzonderlijke kwaliteit van het eten benadrukt. Rome is, kortom, het paradijs voor levensgenieters. Met zulke reisgidsen hoeft het Italiaans toeristenbureau niet veel meer te doen.

 

terras Rome
Een terras in Rome.

 

Waarom hebben we als toerist deze verwachtingen van Rome, waar komen ze vandaan? Een veelvuldig terugkerend beeld is la dolce vita – de Lonely Planet noemt het al in de eerste zin. De term verwijst naar de wijdverbreide gedachte dat Rome, of Italië in zijn geheel, een plek vol schoonheid en glamour is, waar mensen gelukkig zijn en van het leven genieten. Federico Fellini’s beroemde film La dolce vita (1960), met onder andere Anita Ekberg en Marcello Mastroianni, staat aan de basis van het beeld. Het iconische beeld van Sylvia (Ekberg) in de Trevifontein staat in de geheugens van veel mensen gegrift, zelfs als zij de film nooit volledig hebben gezien. In deze beroemdste scène zet Marcello (Mastroianni) letterlijk en figuurlijk stappen op nieuw terrein en in een nieuw en overvloedig leven. Schoonheid, erotiek, het breken met sociale conventies om gewoon plezier te hebben: één shot vangt het allemaal. De badende Ekberg is de verpersoonlijking van la dolce vita geworden en heeft het beeld van Rome decennialang beïnvloed.

 

Anita Ekberg Trevifontein
Anita Ekberg in de Trevifontein, in de film La dolce vita (1960).

 

De film was het eerste grote succes van de regisseur, zowel in Italië als daarbuiten. De opbrengst ervan is in Europa twee decennia lang niet door een andere film overtroffen. De meeste filmwetenschappers beschouwen La dolce vita als een keerpunt in de Italiaanse filmgeschiedenis. Het markeerde het einde van het zware Italiaanse neorealisme van na de Tweede Wereldoorlog, waarmee regisseurs als Roberto Rossellini, Vittorio De Sica en Luchino Visconti furore maakten. Na de film was Fellini’s roem gevestigd en begon een periode waarin hij de grote man van de Italiaanse film was. De film werd geproduceerd en kwam uit in een periode waarin de levensstandaard van de Italianen in korte tijd snel toenam. Ook in dat opzicht markeerde de film een overgang van het arme maar veerkrachtige naoorlogse Italië van het neorealisme, naar het rijkere Italië van de jaren 1960, waarin het leven voor velen iets gemakkelijker werd.

Als we spreken over la dolce vita verwijzen we vaker niet dan wel specifiek naar de film. De Lonely Planet verwijst in de openingsalinea naar een levensstijl, de film komt pas later aan bod. Nergens staat dat het concept uit de film is voortgekomen. Het misverstand dat Fellini zijn titel aan het concept heeft ontleend en niet andersom, zal dus ongetwijfeld nog een tijd blijven bestaan. Ook hotels, winkels en cafés in tegenwoordig Rome maken dankbaar gebruik van Fellini’s filmtitel. De zaken hopen met hun naam aan te sluiten bij het beeld dat de toerist zich al voor aankomst van de stad gevormd heeft. Dit beeld is vaak gebaseerd op de representatie van Rome in boeken, films en foto’s. Ook krantenartikelen, ansichtkaarten en reisverhalen van anderen spelen een rol. Op basis van dit geheel aan beelden en verhalen worden verwachtingen geschapen. Een simpel voorbeeld: als de zon schijnt op alle foto’s die je van Rome hebt gezien, verwacht je hoogstwaarschijnlijk dat de zon ook schijnt op het moment dat je er zelf bent. Onnodig te vermelden dat het in Rome kan stortregenen en dat je als zon-verwachtende toerist dus gemakkelijk teleurgesteld kan worden.

 

Beeldvorming en representatie

De manier waarop een stad wordt verbeeld, noemen we representatie. Let op dat verbeelden hier niet hetzelfde is als afbeelden; ook in teksten of muziek kan representatie plaatsvinden. Representatie is echter niet precies hetzelfde als beeldvorming. De begrippen zijn aan elkaar gerelateerd zijn maar zijn niet precies hetzelfde.Representatie verwijst naar de manier waarop een stad (of een idee, land, persoon) wordt verbeeld, terwijl beeldvorming slaat op het mentale beeld dat de mensen zich van een stad maken, op basis van representaties. Beeldvorming is dus het gevolg van representatie. Het is de beeldvorming die zorgt voor toeristische verwachtingen.

 

Het doet niet ter zake of de mentale beelden van mensen ‘waar’ zijn of niet. De werkelijkheid heeft er weinig mee te maken. Dat het merendeel van de Nederlanders zelden een voet in een coffeeshop zet, neemt niet weg dat het beeld van Nederland in het buitenland voor een gedeelte bepaald wordt door het tolerante softdrugsbeleid. Andersom kunnen de beelden de werkelijkheid wel beïnvloeden. Als Nederland bekend staat als softdrugswalhalla, trekt dat buitenlandse toeristen die in hun eigen land tevergeefs naar het paradijs zoeken. De beeldvorming heeft dan concrete effecten: meer toeristen en meer bezoekers aan de coffeeshops.

Hetzelfde geldt voor la dolce vita. Het naoorlogse Rome werd net als de rest van Italië getekend door armoede en dit kwam ook in de populaire neorealistische films naar voren. Fellini’s film en films als Roman Holiday (1953, met Audrey Hepburn en Gregory Peck) toonden daarentegen een ander Rome en veranderden daarmee de beeldvorming. Italië was niet langer arm, maar een plaats van schoonheid, van glamour, van romantiek en van seks. Reisgidsen en touroperators omarmden vervolgens dit nieuwe beeld van Italië en zetten het in om weer meer toeristen naar het land te trekken.

 

Vespa Roman Holiday
Audrey Hepburn en Gregory Peck op een Vespa in Rome, in de film Roman Holiday (1953).

 

Opvallend hierbij is dat la dolce vita in toeristengidsen vaak met een lichamelijke verandering in verband wordt gebracht. Alle zintuigen zouden worden gestreeld tijdens een reis in Italië, waardoor de toerist (lichamelijk) veranderd terugkeert naar huis. Het blijkt duidelijk uit de al eerder aangehaalde alinea uit de Lonely Planet (nu met nadruk en vertalingen):

‘A trip to Rome is as much about lapping up [verslinden] the dolce vita (sweet life) as gorging on [volproppen met] art and culture. It’s about relaxing into the city’s rhythms and idling around the picturesque streets. Whiling away hours at streetside cafes and peoplewatching on pretty piazzas are an integral part of the experience.’

 

Vooral de eerste zin bevat veelzeggende werkwoorden. In Rome ‘verslind’ je la dolce vita en ‘prop je je vol’ met kunst en cultuur. Je neemt het letterlijk tot je, het wordt onderdeel van jou en van je lichaam. Ook ‘relaxen’ brengt een positieve verandering in je lichaam teweeg. Verder bevatten de zinnen woorden die het zicht aanspreken (‘schilderachtig’, ‘mooi’, ‘mensen kijken’) en is de hele reis uiteraard ‘een belevenis’. Rome spreekt, kortom, alle zintuigen aan en is daardoor een perfecte reisbestemming.

 

pizza mozzarella
Pizza met verse mozzarella.

 

Dan volgt nu de grote schok: de film waaraan al deze heerlijke, sensuele la dolce vita-ervaringen hun bestaan danken, is niet alleen positief over het Romeinse leven. De glamour van personages als Sylvia, Marcello en Maddalena verhult maar gedeeltelijk de tragiek van hun levens. De buitenkant is misschien fraai, onder de oppervlakte ligt veel leed. En zo bestaat het complete dolce vita-idee dan ook uit twee lagen: een mooie, schitterende buitenlaag en een armere, minder aantrekkelijke binnenlaag.

De schitterende buitenlaag onttrekt in eerste instantie de binnenlaag aan het zicht, maar hoe beter je Rome leert kennen, hoe meer je daar doorheen kunt kijken.

In de meeste reisgidsen is de diepere laag afwezig – begrijpelijk in een branche die inzet op 100% gelukservaringen. Een geïdealiseerd beeld trekt immers meer mensen dan een realistisch beeld, zelfs als iedereen doorheeft dat het geïdealiseerde beeld niet de gehele werkelijkheid is. De Lonely Planet toont wel een negatievere kant van Rome, maar deze wordt niet met la dolce vita in verband gebracht. Bijna aan het einde beschrijft de gids onder ‘The Roman Way of Life’ de gemiddelde dag van de doorsnee-Romein, Signor Rossi. Zijn leven als ambtenaar staat ver af van het tot de verbeelding sprekende dolce vita.

 

Metro rome met graffiti
Volle Romeinse metro met graffiti.

 

De meeste toeristen zullen al lang voor het realistische hoofdstukje zijn afgehaakt – je moet op vakantie niet te veel tijd aan de reisgids verspillen. Voor de gemiddelde toerist zal la dolce vita daarom alleen de buitenste, mooie laag blijven. Hij of zij zal Signor Rossi nauwelijks opmerken tijdens het zonnebaden, pizza eten of mensen kijken. Signor Rossi zal ook niet te vinden zijn bij het Romeinse erfgoed, in de grote musea of de Sint-Pieter. Het beeld dat de toerist van Rome heeft, is immers niet het beeld dat de inwoner van Rome heeft. In online reisverslagen wordt dan ook eerder geklaagd over lange rijen en over andere toeristen dan over haast of tegenvallend levensgenot. Krijgen de reisgidsen toch gelijk: tijdens een kort verblijf blijft het leven in Rome echt meestal zoet.

 


 

 Mee in de koffer:

Voor de auteur Arthur Japin (1956) was de film La dolce vita, en ander werk van Fellini, een belangrijke motivatie om als twintiger naar Rome te gaan in de hoop in een van zijn films te kunnen spelen. Hij schreef hierover de autobiografisch geïnspireerde roman De droom van de leeuw (2002), waarin de Nederlandse beginnende acteurs Gala en Maxim midden jaren 1980 naar Rome trekken om hun droom te verwezenlijken.

De link met de film La dolce vita en met Fellini is evident, enkele uitgaven tonen zelfs een still van de badende Anita Ekberg op de kaft. De titel van de roman is ontleend aan Fellini’s laatste meters film, een reclame voor de Banca di Roma, Sogno del leone in cantina. Ook in de manier van schrijven – associatief en een snelle wisseling van scènes die niet altijd even goed in het verhaal te plaatsen zijn – is Fellini’s invloed terug te zien. Op meerdere niveaus verweeft Japin dus Fellini en la dolce vita in zijn verhaal. Ook de minder mooie kant ervan komt aan bod.

 


 

Als het regent:

La dolce vita (1960). Regisseur: Federico Fellini. Met o.a. Marcello Mastroianni en Anita Ekberg.

 

Roman Holiday (1953). Regisseur: William Wyler. Met o.a. Audrey Hepburn en Gregory Peck